De rechtbank in Den Haag heeft dinsdag 20 oktober besloten dat de Staat mocht overgaan tot de sluiting van de horeca in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus. Meerdere horecaondernemers spanden vanwege het besluit van het kabinet een kort geding aan.

“De voorzieningenrechter heeft vanmiddag de vordering van de eisers in het kort geding afgewezen”, aldus de rechtbank. “Dat betekent feitelijk dat horecaondernemingen voorlopig gesloten moeten blijven.”

Advocaat Simon van Zijll, die de horeca-exploitanten bijstond, zei tijdens de zitting dat de Staat was ingegaan tegen het advies van deskundigen van het Outbreak Management Team (OMT).

De landsadvocaat liet echter weten dat dit niet klopt. Het OMT adviseerde alleen te onderzoeken of restaurants die niet ook als café fungeren, open konden blijven. Deze mogelijkheid wordt nog onderzocht, maar voor nu werd tot een volledige sluiting overgegaan.

De landsadvocaat voegde hieraan toe dat het aantal nieuwe besmettingen nog steeds toeneemt en dat de getroffen maatregelen daarom niet disproportioneel zijn. Daarnaast kunnen de horecaondernemers, hoe ingrijpend de maatregelen ook zijn, aanspraak maken op steunmaatregelen.

Twee ondernemers lieten aan de rechtbank Den Haag weten technisch failliet te zijn. Zij begrijpen niet dat ze hun zaken tijdelijk hebben moeten sluiten, terwijl slechts een klein deel van de besmettingen tot de horeca te herleiden is.