beUnited Blog Update Subsidie voor duurzame inzet en eerder stoppen

update | Subsidie voor duurzame inzet en eerder stoppen

Het kabinet trekt flink de portemonnaie voor duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden: ruim een miljard, tot en met 2025. Bedrijven kunnen, geclusterd in sectoren, subsidie aanvragen voor de Tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (dieu). Tot driekwart van het subsidiebedrag kan worden gebruikt om eerder te stoppen met werken.

Hoe regel je dat, eerder stoppen met werken? De Eerste Kamer is op 12 januari 2021 akkoord gegaan met 2 onderdelen van het wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen. Alleen het onderdeel Bedrag ineens gaat na kritiek van de senatoren op de uitvoerbaarheid pas in op 1 januari 2023.

Bedrijven betalen, als ze een werknemer vervroegd met pensioen laten gaan, geen 52 procent belasting (RVU-boete) over een bruto-jaarinkomen tot 21.200 euro (bedrag van 2020) dat ze hun (deels) stoppende werknemer betalen. Het vrijgestelde bedrag komt overeen met de bruto-AOW per jaar. Dat kan tot 3 jaar vòòrdat de werknemer AOW krijgt. Deze fiscale vrijstelling geldt terugwerkend vanaf 1 januari 2021 tot en met 2025.

Werknemers die meer verdienen, of meer willen verdienen kunnen voor dat meerdere mogelijk vervroegd bedrijfspensioen opnemen. Nog eerder stoppen met werken dan 3 jaar voor de pensioendatum betekent de RVU-boete betalen over de extra tijd. Mensen die langer doorwerken krijgen geen hogere vrijstelling.

Bedrag ineens en verlofsparen

Bij het bedrag ineens (kan naar verwachting vanaf 1 januari 2023) kunnen werknemers tot 10 procent van het opgebouwde bedrijfs(tak)pensioen opnemen (afkopen in jargon) op de dag dat ze met pensioen gaan. Of in de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin ze AOW krijgen. Alleen bij afkoop op 1 van deze 2 momenten is de gepensioneerde geen AOW-premie verschuldigd over het bedrag ineens.

Bij verlofsparen gaat het om opsparen van bovenwettelijke vakantiedagen en compensatieverlof. Dit kan tot 100 werkweken belastingvrij, om eerder met pensioen te kunnen, of om een sabbatical of opleiding te bekostigen.

Zware beroepen-discussie

De vrijstelling van de RVU-boete is met name bedoeld om eerder uittreden makkelijker te maken ‘in sectoren met relatief veel werk dat als zwaar wordt ervaren, zoals aangegeven door de sectoren havens, bouw, vervoer, metaal en zorg’, aldus de toelichting bij het wetsvoorstel. Het was oorspronkelijk dus alleen bedoeld voor zware beroepen. Maar het bleek niet goed mogelijk om een sluitende omschrijving op te stellen van zware beroepen. Bovendien, zegt het kabinet in de toelichting bij dieu, ook in sectoren met relatief veel kleine en middelgrote bedrijven hebben werkgevers problemen met de financiering van uitkeringen voor eerder uittreden, terwijl hun werknemers daar wel behoefte aan hebben. Dus geldt de regeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2026 voor iedereen die er gebruik van kan, wil of moet maken. Werkgevers en werknemers kunnen dit regelen per cao. Het is een van de afspraken uit het Pensioenakkoord.

Kwart subsidie voor duurzame inzetbaarheid

Werkgevers kunnen de kosten van 3 jaar deels het loon van vervroegde uittreders doorbetalen vergoed krijgen als ze de dieu-subsidieregeling gebruiken. Maar: daar gelden strikte eisen voor. Hoogstens driekwart van het bedrag van elke subsidie-aanvraag kan hiervoor worden gebruikt. Minstens een kwart van elke subsidie-aanvraag moet gaan naar investeringen in duurzame inzetbaarheid. Niet naar vervroegd uittreden. Ook alle doorbetaalde jaarinkomens bij elkaar mogen niet meer zijn dan driekwart van alle subsidie die een sector uiteindelijk aanvraagt voor dieu.

Hoe maak je daar als werkgever gebruik van? Een bedrijf kan niet alleen voor zichzelf subsidie aanvragen. Bedrijven moeten eerst per sector een knelpuntenanalyse maken.

Knelpuntenanalyse

Vanaf januari 2021 kunnen sectoren 20.000 euro subsidie aanvragen voor een analyse van de knelpunten in hun sector. Deze knelpuntenanalyse moet ingaan op beide thema’s: duurzame inzet bevorderen en mensen die niet langer kunnen doorwerken vervroegd laten uittreden. Het moet minstens het volgende bevatten:

  • een beschrijving van de omvang en samenstelling van de werkenden in de sector,
  • het aandeel mkb-bedrijven in de sector, en:
  • een beschrijving van de problematiek met betrekking tot duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden in de sector.

De knelpuntenanalyse laat ook zien of subsidie aanvragen zin heeft en haalbaar is. De knelpuntenanalyse dient als input voor een sectoranalyse en activiteitenplan. De sectoranalyse brengt de knelpunten op duurzame inzetbaarheid binnen de sector uitgebreider in kaart, en bevat een activiteitenplan om die knelpunten aan te pakken.

Activiteitenplan

Sectoren kunnen tussen 2021 en 2025 elk jaar een verzoek indienen om subsidie voor een activiteitenplan, gebaseerd op de sectoranalyse. Ook minstens een kwart van de activiteiten in het activiteitenplan moet zijn gericht op duurzame inzetbaarheid, niet op vervroegde uitstroom. Meer informatie over het aanvraagproces biedt de AWVN.

Minstens een kwart voor duurzame inzet

Minstens een kwart van de activiteiten in het activiteitenplan moet dus zijn gericht op duurzame inzetbaarheid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderscheidt hierbij de volgende thema’s:

  1. bevorderen van gezond, veilig en vitaal werken;
  2. bevorderen van goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap;
  3. stimuleren van een leven lang ontwikkelen en arbeidsmobiliteit van werkenden;
  4. bevorderen van eigen regie op de loopbaan van werkenden.

Meer informatie over deze vereisten is te vinden in de memorie van toelichting bij de Tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden.

Looptijd en minimumbedrag

In 2021 en 2022 gaat het om aanvragen voor activiteitenplannen met een projectduur van 2 jaar. In 2023 en 2024 gaat het vooral om een vervolg op lopende activiteitenplannen. Ook late aanvragers kunnen dan nog subsidie aanvragen. Alles bij elkaar moet het in elk activiteitenplan gaan om minstens 250.000 euro aan subsidie voor alle activiteiten bij elkaar.

Meer informatie en hulp?

Wij kunnen ons goed voorstellen dat je hierbij wel wat hulp kunt gebruiken. En die is er. Zo werkt de AWVN samen met CNV en FNV in de SPDI – Sociale Partners samen voor Duurzame Inzetbaarheid. Zij bieden je (naar eigen zeggen) onder andere deskundige adviseurs, hulp bij een actieplan, begeleiding bij verbetertrajecten en praktische instrumenten.

BRON

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print