beUNited nieuws Een strenge lockdown is slecht voor de volksgezondheid

Strenge lockdown slecht voor volksgezondheid

Een strenge lockdown – met avondklok, thuisblijven en het sluiten van winkels en scholen – is slecht voor de volksgezondheid, schrijft dr. Carla Peeters. “Versoepeling van de maatregelen is nodig om erger leed te voorkomen.”

Het OMT adviseert om het primair onderwijs en de kinderopvang met ingang van maandag 8 februari 2021 weer te openen. Een positieve stap, maar er is dringend meer nodig. Een peer reviewed studie van Stanford University (15 januari 2021) concludeert dat lockdowns geen significante voordelen opleveren en eerder tot grote schade leiden. Het is daarom beter om ook de rest van de samenleving te heropenen. Het SARS-CoV-2-virus wordt immers niet overgedragen door mensen die geen klachten hebben, zo blijkt uit publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften

Een stringente lockdown – met avondklok, thuisblijven, beperkt bezoek, het sluiten van winkels en scholen – levert geen significante voordelen op in vermindering van de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus, concludeert het team van Stanford University. Het team vergeleek landen met een lockdown (Engeland, Frankrijk, Duitsland, Iran, Italië, Nederland, Spanje en de Verenigde Staten) met Zweden en Zuid-Korea, twee landen waar geen lockdown werd doorgevoerd. Zij concludeerden daaruit dat een vergelijkbare daling in besmetting (positieve testen) bereikt kan worden met minder stringente maatregelen. Al eerder dit jaar werden analyses gepubliceerd waaruit blijkt dat Zweden en Zuid-Korea vergelijkbare resultaten behaalden in vermindering van infecties en overlijdens zonder lockdown.

Er zijn ook diverse studies die tot de conclusie komen dat stringente maatregelen wél effectief lijken te zijn. Dit betreft voornamelijk modelmatige studies. Enkele onderzoeken zijn gebaseerd op data van testen. Het bewijs dat een lockdown effect heeft, is afhankelijk van de kwaliteit van de data die gebruikt wordt en de consistentie in het testbeleid. Gedurende de gehele pandemie is er weinig consistentie in het testbeleid, zelfs op eenzelfde testlocatie. Veranderingen in aantallen kunnen net zo goed te maken hebben met een verandering van het testbeleid dan een effect zijn van de coronamaatregelen, zo schrijven Thomas May Floyd en Judy Rogers in een editorial in de British Medical Journal. Het omgekeerde effect, met juist een stijging van infecties door de lockdown, is ook bekend. Zo resulteerde een stringente lockdown in Ierland van oktober tot december 2020 in een stijging van het aantal positieve testen en een verlies van 150.000 banen.

Schadelijke effecten door lockdowns erg groot

Mensen met een lage sociaaleconomische status worden onevenredig hard getroffen

In Nederland zijn meer dan 200.000 mensen ten gevolge van de coronacrisis hun baan kwijtgeraakt. Hierdoor stijgt het percentage mensen met een lage sociaaleconomische status. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat voor de coronacrisis al 28 % van de Nederlandse bevolking een lage sociaaleconomische status had. Bij deze groep mensen worden meer chronische ziekten, hogere zorgkosten en een groter risico op infectieziekten geconstateerd. Juist deze mensen worden onevenredig hard getroffen door de lockdown. De spanning en stress in deze gezinnen is vele malen hoger dan bij andere gezinnen en is bovendien van langere duur. Het zicht op een betaalde baan is door de crisis ook verdwenen. Het aantal vacatures wordt door de toegenomen werkloosheid steeds schaarser. Het gevolg is dat deze groep meer gebruikt maakt van zorg en maatschappelijke ondersteuning.

Huiselijk geweld, het gebruik van antidepressiva en opiaten en pogingen tot zelfmoord stijgen

De tweede lockdown zorgt voor een sfeer van stress, angst en wanhoop in de maatschappij, met als gevolg een exponentiele stijging in gebruik van antidepressiva, opiaten en het doen van zelfmoordpogingen. Huiselijk geweld, mishandeling en seksueel misbruik zijn enorm gestegen. Een Britse studie laat zelfs dat er vijftien keer zo vaak melding wordt gemaakt van huiselijk geweld ten opzichte van dezelfde maand van het voorgaande jaar.

Ook in Nederland is het huiselijk geweld door de lockdown significant gestegen, zo meldt het Instituut Pedagogische Wetenschappen. Vooral onder jongeren en jongvolwassenen wordt een toename van psychische problematiek waargenomen. Voor jongeren in de leeftijd van 13 tot 18 jaar is het haast onmogelijk geworden om toekomstplannen te maken. Onderwijs blijft achter, ontwikkeling en toekomstperspectief zijn verdwenen.

In de Verenigde Staten werd een toename van 26,5 % oversterfte gesignaleerd in de leeftijd van 20 tot 44 jaar, ten gevolge van andere oorzaken dan Covid-19. Deze stijging is dus hoger dan de oversterfte van oudere Amerikanen die een hoger risico lopen om te overlijden aan Covid-19. Schrijnend is het voorbeeld van een scholengemeenschap in Nevada. De lockdown van de scholen duurde ruim een jaar. Pas nadat achttien jongeren zelfmoord hadden gepleegd, besloot het scholendistrict te heropenen. Niet eerder zijn lockdowns op zo’n grote schaal toegepast met vergaande onomkeerbare schade.

Ongezonde leefstijl stijgt met meer dan 25 %

Fysieke activiteiten nemen door de lockdown en de avondklok met meer dan vijftig procent af en meer tijd wordt besteed aan social media, gaming en het eten van junkfood. Een onderzoek tijdens de lockdown in Italië (gepubliceerd in Foods) rapporteerde dat 19,5 % van de respondenten een toename van gewicht constateerden. Er werd meer comfort food gegeten zoals chocolade, desserts en chips. Tien procent van de respondenten consumeert meer alcohol. Meer dan de helft van de respondenten gaf aan minder behoefte te hebben aan groenten en fruit. Volgens 42,7 % van de deelnemers had het veranderde eetgedrag te maken met meer ervaren stress.

Hoewel er aan de andere kant ook positieve ervaringen gerapporteerd worden, zoals minder alcoholgebruik en minder gebruik van kant-en-klaar-maaltijden, kunnen bovenstaande negatieve effecten op de lange termijn bij een aanzienlijk deel van de respondenten leiden tot een stijging van en/of verergering van chronische ziekten.

Hoe langer de samenleving onder druk staat, des te groter de groei van wanhoop en verzet

Een andere Italiaanse studie (juli 2020) rapporteert dat onder de 1515 respondenten 42,2 % aan slaapstoornissen lijdt, waarvan 17,4 % matige tot ernstige slapeloosheid. 24,7 % van de deelnemers geeft aan last te hebben van een depressie en 23,2 % ervaart angst. Vooral vrouwen en respondenten met chronische ziekten bleken veel last te hebben van de lockdown door verminderde activiteiten en meer tijd op het internet. Het spreekt voor zich dat dergelijke trends de druk op de zorg en zorgkosten verhogen. Veel chronische ziekten kunnen worden voorkomen wanneer tijdig een op de persoon afgestemde begeleiding mogelijk is. Campagnes over gezonde voeding en leefstijl gaan niet de oplossing bieden.

Van wanhoop naar perspectief

In Japan zijn in oktober meer mensen overleden door zelfmoord dan ten gevolge van Covid-19, terwijl Japan geen strikte lockdown heeft toegepast. Te lang ontbreekt een perspectief.

Door chronische stress en angst wordt het immuunsysteem van de gehele samenleving onderdrukt. Chronische stress verhoogt de kans op longontsteking. SARS-CoV-2 en andere virussen, bacteriën en schimmels zijn enkel in toom te houden in een subtiele balans die gevormd kan worden door de juiste interventie op het juiste moment. Uitroeien van bacteriën of virussen is een zeer complexe opgave met de vraag of dit überhaupt haalbaar is. Het menselijk lichaam en de natuur bestaat uit een evenwichtig systeem. Naar schatting 1,5 miljard mondkapjes, handschoenen en plastic flessen van handgel dispensers worden in de natuur gesignaleerd. Op termijn zal dit het evenwicht verstoren en tot nieuwe pandemieën leiden. Door vele media wordt hier aandacht voor gevraagd.

Volgens vele wetenschappers is het SARS-CoV-2-virus al duizenden keren gemuteerd. Door meerdere experts is aangegeven dat het virus opnieuw zal muteren door vaccinaties. Het SARS-CoV-2-virus is onderdeel van het wereldwijde ecosysteem en breed in de samenleving aanwezig. Ook een vaccinatie zal de verspreiding van het virus niet tegen kunnen houden, zo informeerde prof. dr. Jaap van Dissel op 9 januari 2021 de Tweede Kamer.

Hoe langer de samenleving onder druk staat, des te groter de groei van wanhoop en verzet. Een gepolariseerde samenleving leidt tot meer conflicten, meer ziekten, een hogere druk op de zorg en grotere economische schade.

Door versoepeling van de maatregelen ontstaat voor veel mensen weer een perspectief

Infectieziekten zullen nooit verdwijnen, ook Covid-19 niet. We zullen er mee moeten leren leven en de vraag is hoe. Om uit deze crisis te komen is het belangrijk dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen om risico’s te managen, resultaten te volgen en te leren van fouten. Een persoonlijke vrije keuze is daarbij belangrijk; zowel een keuze voor vaccinatie als voor het versterken van het immuunsysteem door een gezonde voeding en leefstijl. Artsen en zorgprofessionals kunnen een belangrijke rol spelen in de ondersteuning bij het maken van weloverwogen keuzes. Risicogroepen kunnen extra ondersteuning geboden worden. Ondersteuning met vitamine D en C kan de mogelijke kans op infecties bij deze groep verlagen.

Door versoepeling van de maatregelen ontstaat voor veel mensen weer een perspectief. Vooral voor jongeren, jongvolwassenen, mensen met een lage sociaaleconomische status, alleenstaande ouders en kleine ondernemers is deze stap urgent om erger leed te voorkomen.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Nieuws Corona aanpak Zo kan het niet langer, alles gaat stuk!

Corona aanpak | Zo kan het niet langer, alles gaat stuk!

Beleidsmakers, wetenschappelijke onderzoekers en maatschappelijke spelers moeten nauw samenwerken om de meervoudigheid van de coronacrisis het hoofd te bieden. Het is urgent dat niet alleen het virus wordt bestreden, maar dat we ook redeneren vanuit wat burgers, huishoudens, instellingen en bedrijven op korte en lange termijn nodig hebben. Daarom moet worden gevarieerd met de inzet van beleidsinstrumenten. Er moet op crisisbestendig beleid worden ingezet, niet louter op crisisbeleid.

Moed

Dat stelt Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deze week in een essay in Binnenlands Bestuur. ‘Openheid en responsiviteit van alle betrokkenen is onmisbaar om tunnel-denken te voorkomen. Dat is geen louter technische exercitie, maar vraagt ook om politieke keuzes. Het vergt moed om grenzen te stellen waar wetenschap eindigt en politiek begint.’

Schokbestendigheid

De coronacrisis voltrekt zich tegelijkertijd in de volksgezondheid, de economie en in de samenleving, aldus Putters. De maatschappelijke effecten kunnen ‘onzichtbaar groter worden en de schokbestendigheid van onze samenleving ondermijnen’. Om de meervoudige crisis, zoals de coronacrisis is, aan te pakken is een meervoudige aanpak nodig.

Rolverdeling

Er moet daarvoor goed zicht komen op de aard van de crisis in volle omgang. ‘Elk aspect van de crisis kent een andere dynamiek en kan op elkaar in werken. Zo kunnen ziektelast, inkomensverlies en sociale isolatie zich in verschillende mate bij burgers en in regio’s stapelen’, aldus Putters. Beleidsmakers, wetenschappelijke onderzoekers en maatschappelijke spelers hebben net als de overheid een rol te spelen om schade te voorkomen en perspectief aan de samenleving te bieden. ‘De overheid moet helder zijn over hoe ze stuurt en wat ze van burgers verwacht. Zeker bij forse ingrepen in de vrijheden en bewegingsruimte van burgers, bedrijven en instellingen. Op basis van welke kennis worden welke maatregelen genomen?’

Ruimte aan ‘tegenmacht’

Omdat de crisis veel verschillende domeinen van ons leven raakt, moet alle kennis worden benut, stelt Putters. ‘Voor toekomstgericht en schokbestendig beleid zijn zowel epidemiologen als economen, politicologen, sociale en gedragswetenschappers en vele anderen nodig.’ De wetenschappers moeten onafhankelijk kunnen opereren. ‘Ruimte geven aan ‘tegenmacht’ is cruciaal voor een open, transparante, gedragen besluitvorming’, aldus Putters.

Ervaringskennis

Naast wetenschappelijke kennis is ook ervaringskennis belangrijk voor uitvoerbaar beleid. ‘De vele initiatieven die bij de eerste golf gestart werden, lieten dat zien. Van boodschappendiensten tot online hulpverlening voor bijvoorbeeld ouderen, of de anderhalve meter maatregelen in de horeca. Het betrekken van doelgroepen bij het zoeken naar oplossingen is noodzakelijk om mensen mede-eigenaar van de oplossing te laten zijn.’

Netwerkbenadering

Alle spelers moeten met elkaar samenwerken om de coronacrisis te bestrijden. Bij eenvoudige problemen kan de overheid zich nog wel een sterk sturende rol toe-eigenen. Dat is bij de coronacrisis echter geen optie voor langere termijn. Putters staat een netwerkbenadering voor, die ‘de complexiteit van de problemen en de afhankelijkheid van elkaar centraal stelt.’ Alle partijen hebben invloed op bepaalde terreinen − zoals geld, bevoegdheid, informatie of benodigde steun – zodat het noodzakelijk is om samen tot maatregelen zien te komen. De overheid moet de komende tijd weer verantwoordelijkheid delen met de samenleving.

Hoeder democratie

Het vele overleg en fragmentatie vormen daarbij weliswaar een gevaar, maar ‘ouderwets’ top down sturen past niet bij de aanpak van een meervoudige crisis, benadrukt Putters. ‘De complexiteit en duur van de coronacrisis noodzaakt om meerdere benaderingen tegelijkertijd te hanteren. Dat vergt meervoudig besturen en organiseren, maar ook continu leren, bijsturen en het voorkomen van tegenstrijdige signalen van verschillende bestuurslagen.’ De overheid moet daarbij de hoeder van de democratische rechtsstaat en van goede publieke dienstverlening zijn. Dat lukt niet zonder de controlerende en medewetgevende rol van de volksvertegenwoordiging en het ruimte geven aan onafhankelijke advisering door wetenschappers.

Ongetemde problemen

Bij het nemen van beleidsmaatregelen moet in de optiek van Putters rekening worden gehouden met ongetemde en getemde problemen, ethische kwesties en middelproblemen. ‘Een beleidsmaatregel die goed is voor de virusbestrijding kan slecht zijn voor de economie of onze mentale gezondheid’, noemt hij als voorbeeld van een ongetemd probleem. ‘Met het afnemen van eensgezindheid en saamhorigheid in de samenleving kan de ontembaarheid opnieuw worden versterkt.’

Veel strijd

Bij getemde problemen is er veel draagvlak en overeenstemming over te nemen maatregelen. Anders is dat bij ethische kwesties – zoals eventueel voorrang van jongeren op ouderen bij een ic-opname –, ‘waarbij er veel strijd is over het doel en de aanpak’, aldus Putters. Bij middelproblemen is er weliswaar overeenstemming is over een probleem, maar weinig kennis over de aanpak. We willen psychische druk voorkomen, maar niet bij alle interventies is er bewijs van effectiviteit. ‘Voor de legitimiteit van handelen is het steeds van belang de goede match te vinden tussen de kenmerken van het (deel)probleem en de inzet van beleidsinstrumenten die de hulpbronnen van burgers en bedrijven kunnen versterken.’ Er moet meer worden gevarieerd met de inzet van beleidsinstrumenten. Het gaat daarbij om veel meer dan virusbestrijding op korte termijn, namelijk ook om perspectief voor de (middel)lange termijn.

BRON

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUNited nieuws Kabinet onderzoekt thuiswerkvergoeding en verlengt coulance reiskosten

Kabinet onderzoekt thuiswerkvergoeding en verlengt coulance reiskosten

De periode waarin de vaste reiskostenvergoeding onbelast kan worden vergoed aan werknemers die door de coronacrisis thuiswerken, is opnieuw verlengd. Tot 1 april doet de fiscus niet moeilijk over de vergoedingen. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheid van een thuiswerkvergoeding.

Dat maakte het kabinet bekend tijdens een persconferentie over uitbreiding van de economische steun- en herstelpakketten. Nu kan alleen de vrije ruimte van de werkkostenvergoeding worden gebruikt voor het onbelast verstrekken van een thuiswerkvergoeding. Net als vorig jaar wordt de vrije ruimte ook dit jaar verhoogd om werkgevers de kans te geven hun medewerkers een vergoeding of een extraatje te geven tijdens de coronacrisis.

Het kabinet erkent dat het goed mogelijk is dat werknemers ook na de crisis meer thuis zullen werken.  dat we in de toekomst meer gaan thuiswerken. Daarom onderzoekt het kabinet voor na de crisis de vormgeving van belastingmaatregelen waarmee werkgevers thuiswerkkosten kunnen vergoeden. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang met bestaande reiskostenvergoedingen.

Veel werknemers die een vaste reiskostenvergoeding ontvangen werken door de coronapandemie gedwongen thuis. Omdat zij daardoor geen reiskosten maken, is de vaste vergoeding feitelijk onbelast loon geworden. Aanvankelijk werd aangekondigd dat de fiscus dit na 1 januari 2021 niet langer zou accepteren. Alleen aantoonbaar gemaakte reiskosten zouden dan onbelast mogen worden vergoed.

Eind 2020 kondigde het kabinet al aan dat deze periode zou worden verlengd tot 1 februari 2021. Nu is die datum dus opnieuw verschoven naar 1 april 2021 voor bestaande vaste reiskostenvergoedingen.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Nieuws Het wordt tijd voor een strategie op basis van ratio en gezond verstand

Het wordt tijd voor een strategie op basis van ratio en gezond verstand

Wat zegt het feit dat de gemiddelde leeftijd van #coronaslachtoffers hoger ligt dan de levensverwachting bij geboorte over het door Nederland gevoerde #coronabeleid?

Kwetsbaren zijn niet beschermd

Ongeveer de helft van de slachtoffers viel in verpleeghuizen terwijl slechts één op de tien 80-plussers in een verpleeghuis woont. Het is de overheid tot op heden niet gelukt de meest kwetsbare mensen in onze samenleving te beschermen.

Ontwrichting levens is wel geslaagd

Waar het kabinet o.a. wel in is geslaagd is het ontwrichten van gezonde bedrijven en van de levens van gezonde kinderen, jongeren en gezinnen.

Levensverwachting en leeftijd overlijden Covid-10 volgens CBS

Coronastrategieën

In de Z-landen: Zweden, Zuid-Korea, Zwitserland, Taiwan en Japan (knipoog naar #eventothier) zijn de scholen open gebleven of maar één keer gesloten.

Twee #coronastrategieën bleken effectief:

  1. Zweden en Zwitserland maakten zich niet erg druk over besmettingen, maar benadrukten het belang van beschermen van risicogroepen;
  2.  Zuid-Korea en Taiwan hebben zich het rambam getest (ook mensen zonder klachten) en isoleerden besmettelijke mensen.

Nederland heeft eigenlijk geen strategie.

Nederland heeft eigenlijk geen strategie, wat op zich logisch zou kunnen zijn gezien de levensverwachting en leeftijd overlijden Covid-10 volgens CB. Het lijkt er meer op dat, vanuit emotie i.p.v. ratio de ene maatregel op de ander wordt gestapeld.

Nu is er daar de avondklok aan toegevoegd, dit zonder enige garantie dat bv. 8 februari de (basis)scholen & bedrijven weer open mogen en burgers (met name) jongeren weer wat meer lucht krijgen om gewoon te leven. 

Verharding maatschappij

Dit met als gevolg verharding van de maatschappij waarbij burgers, in steeds grotere mate, tegen over elkaar en de overheid komen te staan, de overheid verhard in haar reacties en er inmiddels dagelijks forse rellen in tientallen steden plaats vinden. Een grof geweld gebezigd door voor- en tegenstanders van anti-lockdown protesten is onze rechtsstaat onwaardig.

Tijd voor strategie op basis van ratio en gezond verstand

Het wordt tijd voor een strategie waarbij ratio, gezond verstand en emotie hand in hand gaan, in plaats van enkel emotie en angst. Een strategie, niet enkel gericht op vaccinatie, maar met inbegrip van openheid, bewezen werkende medicijnen en technische faciliteiten.beUnited Nieuws Het wordt tijd voor een strategie op basis van ratio en gezond verstand

Bronnen:

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
Werkgevers krijgen meer subsidie voor lonen via NOW

Werkgevers krijgen meer subsidie voor lonen via NOW

Het demissionair kabinet heeft een uitbreiding van de NOW aangekondigd. Een werkgever kan in het eerste en tweede kwartaal van 2021 maximaal 85% van de loonsom vergoed krijgen. Ook zijn versoberingen van de NOW in het tweede kwartaal teruggedraaid.

Met de verlenging van de huidige lockdown tot en met 9 februari en de invoering van de roemruchte avondklok, heeft het kabinet besloten het steun- en herstelpakket voor de economie flink te verruimen. Dit schrijven de demissionaire ministers en staatssecretarissen van Financiën, Sociale Zaken en Economische Zaken in een brief aan de Tweede en Eerste Kamer. Met de uitbreiding wil het kabinet zo veel mogelijk werkgevers en hun werknemers door de komende periode heen helpen. De vergoeding van de loonsom in de NOW wordt verhoogd van 80% naar 85%. Ook heeft het kabinet besloten de afbouw van de NOW voor het tweede kwartaal terug te draaien.

Vrijstelling loonsom blijft 10% in tweede kwartaal

Met de verhoging van de loonsomvergoeding wil het kabinet ondernemingen extra in de loonkosten tegemoetkomen als hun omzet daalt als gevolg van de coronamaatregelen. Zowel in het eerste als het tweede kwartaal van 2021 kan de werkgever maximaal 85% van de loonsom vergoed krijgen. Daalt de loonsom in het eerste en tweede kwartaal met maximaal 10%, dan heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van het subsidiebedrag. De vrijstelling van de loonsom zou in het tweede kwartaal verhoogd worden naar 20%, maar blijft nu dus maximaal 10% bedragen.
Om in aanmerking te komen voor de NOW moet de werkgever in zowel het eerste als tweede kwartaal een minimaal omzetverlies van 20% hebben (dit was 30% in kwartaal twee). Het maximaal te vergoeden loon per werknemer blijft in beide kwartalen gebaseerd op tweemaal het dagloon.

Uitbetaling vergoeding kan iets langer duren

Het aanvraagtijdvak voor de maanden oktober tot en met december 2020 is inmiddels gesloten. UWV streeft ernaar het aanvraagloket voor het inmiddels vierde aanvraagtijdvak te openen op 15 februari. Werkgevers kunnen van 15 februari tot en met 14 maart NOW-subsidie aanvragen voor de maanden januari, februari en maart. De ministers schrijven in de Kamerbrief dat de werkgever na het indienen van de aanvraag, gewoonlijk binnen een aantal dagen een voorschot ontvangt als hij aan de voorwaarden voldoet. Om de nieuwe verhoging van de vergoeding mee te kunnen nemen in de voorschotten, bestaat de kans dat de eerste uitbetalingen een aantal dagen later worden overgemaakt dan werkgevers gewend zijn van eerdere NOW-uitbetalingen.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print

Coronasteun fiks verruimd: meer TVL en belastinguitstel

Het kabinet rammelt opnieuw flink met de geldbuidel om Nederland door de coronacrisis te loodsen. Zo wordt het maximumbedrag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) opgevoerd van € 90.000 naar minstens € 330.000 en kunnen ondernemers nog langer uitstel van belastingbetaling aanvragen.

In totaal gaat het om een extra pakket van € 7,6 miljard. Met de uitbreiding van de coronasteun wil het kabinet het bedrijfsleven ook voor het tweede kwartaal van 2021 duidelijkheid bieden over de steun. Zeker nu er door de start van de vaccinatiecampagne licht aan het eind van de tunnel is.

NOW, TVL, belastinguitstel en TOZO verruimd

Het kabinet komt met een brede waaier aan steunmaatregelen. Dat loopt uiteen van een garantiefonds voor evenementen tot onbelaste reiskostenvergoedingen en het alsnog ophogen van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Wat verandert er verder voor het eerste en het tweede kwartaal van 2021? Een greep uit de belangrijkste wijzigingen die het kabinet heeft aangekondigd in een Kamerbrief (pdf):

  • De grootste verandering zit in de TVL. Wat blijft is dat ondernemingen minstens 30% omzetverlies moeten hebben om TVL te kunnen krijgen. Maar het subsidiepercentage gaat flink omhoog, naar 85%. Eerder was de vergoeding nog 50% bij 30% omzetverlies, en dat liep op naar 70% bij 100% omzetverlies. In de eerste twee kwartalen van 2021 is dat dus voor iedereen 85%. Verder wordt de grens van maximaal 250 werknemers losgelaten: alle ondernemingen kunnen nu TVL krijgen ongeacht het aantal werknemers. Ook het maximumbedrag gaat omhoog: van € 90.000 naar € 330.000. Dit bedrag geldt voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers. Ondernemingen met meer werknemers kunnen tot € 400.000 terugkrijgen. De extra tegemoetkoming voor winkeliers die met voorraad blijven zitten wordt verlengd naar het eerste kwartaal van 2021.
  • Voor starters wordt er gewerkt aan een aparte regeling, die gebaseerd wordt op de TVL. Startende ondernemers vielen tot nu toe qua tegemoetkomingen meestal buiten de boot. De nieuwe regeling zou dan gelden voor ondernemingen die tussen 1 januari en 1 juni 2020 zijn gestart.
  • De loonkostensubsidie NOW gaat omhoog. Organisaties kunnen maximaal 85% van hun loonkosten terugkrijgen (dat was 80%).
  • De regeling voor bijzonder uitstel van belastingbetaling wordt verlengd tot 1 juli 2021. Organisaties kunnen met deze regeling minstens drie maanden uitstel van betaling krijgen voor tal van belastingen. Voor organisaties die al uitstel hebben gekregen, loopt dit uitstel nu door tot 1 juli. Organisaties die eerder al eens drie maanden uitstel hebben gekregen, kunnen een nieuwe aanvraag doen.
  • In de TOZO, die inkomenssteun voor zelfstandig ondernemers regelt, zijn er ook kleine veranderingen. De geplande invoering van een vermogenstoets per 1 april 2021 gaat niet door. Ook kunnen ondernemers de TOZO straks met terugwerkende kracht voor de voorgaande maand aanvragen.

Gebruikelijk loon in 2021 ook baseren op omzet

In de Kamerbrief staan daarnaast nog tal van maatregelen. Zo is er ook voor directeuren-grootaandeelhouders een tegemoetkoming. Zij mogen net als in 2020 ook in 2021 een lager gebruikelijk loon hanteren, gebaseerd op de omzetdaling van hun bv. Ook is het uitstel voor administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen verlengd tot 1 juli 2021.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited nieuws Overbruggingskrediet corona kan weer worden aangevraagd

Overbruggingskrediet corona kan weer worden aangevraagd

Het online aanvraagportaal voor de Corona-OverbruggingsLening (COL) is weer geopend. Tot 1 februari 2021 kunnen startups, scale-ups en innovatieve mkb-ondernemingen zich aanmelden voor overbruggingskrediet, dat zal worden verstrekt door de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s).

De COL is een noodkrediet voor innovatieve ondernemers en mkb’ers die in financiële problemen zijn gekomen als gevolg van de coronapandemie. In totaal is er € 300 miljoen beschikbaar gesteld door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Op verzoek van EZK verstrekken de ROM’s, die als doel hebben het versterken van de regionale en lokale economie, overbruggingsleningen tussen de € 50.000 en € 2 miljoen.

Start-up, scale-up of innovatieve onderneming

Willen ondernemingen voor de COL-regeling in aanmerking komen, dan moeten zij een startup, scale-up of innovatieve mkb-onderneming zijn, die overwegend met extern eigen vermogen gefinancierd is. De COL-faciliteit staat ook open voor mkb-ondernemingen die de afgelopen jaren hun groei hebben gefinancierd met intern eigen vermogen –  denk aan ingehouden winsten –  en geen bancaire financieringsrelatie hebben.

Regeling verlengd

Aanvragen voor de COL waren in eerste instantie mogelijk tot eind september 2020. Na beoordeling van alle aanvragen blijkt nog een bedrag van ruim € 35 miljoen onbenut te zijn. Het kabinet heeft besloten om de regeling te verlengen tot uiterlijk 30 juni 2021.

Beoordeling volgens de tendersystematiek

Een onderneming moet het volgende aanleveren bij de ROM van de eigen provincie om voor een COL in aanmerking te komen:

  • een goedgekeurde of samengestelde jaarrekening 2018;
  • een goedgekeurde of samengestelde jaarrekening 2019;
  • het aanvankelijke business plan 2020;
  • de aanvankelijke begroting 2020;
  • actuele tussentijdse cijfers 2020;
  • een structuurschema;
  • de bestaande leningsovereenkomst (indien van toepassing);
  • een CV van de directie.

Aanvragen zullen volgens de tendersystematiek beoordeeld worden: de ROM’s zullen aanvragen regionaal beoordelen en een nationale commissie weegt de aanvragen tegen elkaar af.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited blog Subsidie voor duurzame inzet en eerder stoppen

Subsidie voor duurzame inzet en eerder stoppen

Het kabinet trekt met bijna 1 miljard flink de portemonnee voor duurzame inzetbaarheid. Bedrijven kunnen, geclusterd in sectoren, vanaf nu  subsidie aanvragen voor de Tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (dieu). Tot driekwart van het subsidiebedrag kan worden gebruikt voor eerder stoppen met werk.

Werkgevers betalen tussen 2021 en 2025 werkgevers geen RVU-boete voor werknemers die ze tot 3 jaar vòòr de AOW-leeftijd met pensioen laten gaan. De vrijstelling gaat over een bruto-jaarinkomen tot 21.200 euro (in 2020) dat ze hun (deels) stoppende werknemer betalen. Werkgevers die meer betalen, of alle 3 de jaarinkomens tegelijk vergoeden moeten de RVU-boete wel betalen. Ook mogen alle doorbetaalde jaarinkomens bij elkaar niet meer zijn dan driekwart van alle subsidie die een sector uiteindelijk aanvraagt voor dieu. Werknemers die meer verdienen, of meer willen verdienen moet voor dat meerdere vervroegd bedrijfspensioen opnemen. Eerder stoppen met werken dan 3 jaar voor de pensioendatum betekent de RVU-boete betalen over de extra tijd. Mensen die langer doorwerken krijgen geen hogere vrijstelling.

Moet nog door Eerste Kamer

De Eerste Kamer moet nog stemmen over het wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen. Toch zouden sectoren terugwerkend vanaf 1 januari 2021 de subsidieregeling kunnen gebruiken. Als dat gebeurt kunnen werknemers die voldoen aan de voorwaarden vanaf 1 januari 2021 vervroegd stoppen met werken. De werkgever kan de RVU-boete dan terugkrijgen van de Belastingdienst. Voor 2021 is ruim 100 miljoen extra beschikbaar, bovenop de 960 miljoen aan structurele subsidie tot en met 2025.

Zware beroepen-discussie

Het schrappen van de RVU-boete voor vroege stoppers was eigenlijk alleen bedoeld voor zware beroepen. Maar omdat niet duidelijk is wat zware beroepen zijn, geldt de regeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2026 voor iedereen die er gebruik van wil en kan maken. Werkgevers en werknemers kunnen dit regelen per cao. Het is een van de afspraken uit het Pensioenakkoord.

Vervroegd uittreden

De vrijstelling van de RVU-boete is met name bedoeld om eerder uittreden makkelijker te maken ‘in sectoren met relatief veel werk dat als zwaar wordt ervaren, zoals aangegeven door de sectoren havens, bouw, vervoer, metaal en zorg’, aldus de toelichting bij het wetsvoorstel. Maar ook in sectoren met ‘relatief veel kleine en middelgrote werkgevers die problemen hebben met de financiering van uitkeringen voor eerder uittreden, terwijl hun werknemers daar wel behoefte aan hebben.’

Kwart subsidie voor duurzame inzetbaarheid

Minstens een kwart van elke subsidieaanvraag moet dus gaan naar investeringen in duurzame inzetbaarheid. Niet naar vervroegd uittreden. Hoe maak je daar als werkgever gebruik van? Een bedrijf kan niet alleen voor zichzelf subsidie aanvragen. Bedrijven moeten eerst per sector een knelpuntenanalyse maken.

Knelpuntenanalyse

Vanaf januari 2021 kunnen sectoren 20.000 euro subsidie aanvragen voor een analyse van de knelpunten in hun sector. Deze knelpuntenanalyse moet ingaan op beide thema’s: duurzame inzet bevorderen en mensen die niet langer kunnen doorwerken vervroegd laten uittreden. Het moet minstens het volgende bevatten:

  • een beschrijving van de omvang en samenstelling van de werkenden in de sector,
  • het aandeel mkb-bedrijven in de sector, en:
  • een beschrijving van de problematiek met betrekking tot duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden in de sector.

De knelpuntenanalyse laat ook zien of subsidie aanvragen zin heeft en haalbaar is. De knelpuntenanalyse dient als input voor een sectoranalyse en activiteitenplan. De sectoranalyse brengt de knelpunten op duurzame inzetbaarheid binnen de sector uitgebreider in kaart, en bevat een activiteitenplan om die knelpunten aan te pakken.

Activiteitenplan

Sectoren kunnen tussen 2021 en 2025 elk jaar een verzoek indienen om subsidie voor een activiteitenplan, gebaseerd op de sectoranalyse. Ook minstens een kwart van de activiteiten in het activiteitenplan moet zijn gericht op duurzame inzetbaarheid, niet op vervroegde uitstroom. Meer informatie over het aanvraagproces biedt de AWVN.

Minstens een kwart voor duurzame inzet

Minstens een kwart van de activiteiten in het activiteitenplan moet dus zijn gericht op duurzame inzetbaarheid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderscheidt hierbij de volgende thema’s:

  1. bevorderen van gezond, veilig en vitaal werken;
  2. bevorderen van goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap;
  3. stimuleren van een leven lang ontwikkelen en arbeidsmobiliteit van werkenden;
  4. bevorderen van eigen regie op de loopbaan van werkenden.

Het vijfde thema, maatwerkafspraken voor eerder uittreden, kan driekwart van de subsidie belopen. Meer informatie over deze vereisten is te vinden in de memorie van toelichting bij de Tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden.

Looptijd en minimumbedrag

In 2021 en 2022 gaat het om aanvragen voor activiteitenplannen met een projectduur van 2 jaar. In 2023 en 2024 gaat het vooral om een vervolg op lopende activiteitenplannen. Ook late aanvragers kunnen dan nog subsidie aanvragen. Alles bij elkaar moet het in elk activiteitenplan gaan om minstens 250.000 euro aan subsidie voor alle activiteiten bij elkaar.

Meer informatie en hulp?

Wij kunnen ons goed voorstellen dat je hierbij wel wat hulp kunt gebruiken. En die is er. Zo werkt de AWVN samen met CNV en FNV in de SPDI – Sociale Partners samen voor Duurzame Inzetbaarheid. Zij bieden je (naar eigen zeggen) onder andere deskundige adviseurs, hulp bij een actieplan, begeleiding bij verbetertrajecten en praktische instrumenten.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
Bedragen investeringsaftrek 2021

Bedragen investeringsaftrek 2021

Ondernemers die investeren in bedrijfsmiddelen kunnen onder voorwaarden voor een deel van die investering aftrek krijgen via vier regelingen voor investeringsaftrek. De bedragen voor 2021 zijn inmiddels bekend.

vier regelingen voor investeringsaftrek

De vier faciliteiten bieden investerende ondernemers voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting een extra aftrekpost die zij ten laste kunnen brengen van de fiscale winst.  Als uw onderneming investeert in bedrijfsmiddelen, krijgt u te maken met een tweetal belangrijke gevolgen voor de belasting.

  • Ten eerste moet u gaan afschrijven op de door u aangeschafte bedrijfsmiddelen.
  • Ten tweede komt u in aanmerking voor investeringsaftrek. Daarvoor moet uw onderneming meer dan € 2.400 investeren. U kunt dan een vastgesteld percentage van het investeringsbedrag van de winst in het betreffende jaar aftrekken. Dit is de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). 

Naast de KIA kunt u ook nog recht hebben op de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA/VAMIL).

  • Ten derde kunt u de EIA toepassen als u investeert in bedrijfsmiddelen die zijn aangemerkt als energie-investering met een minimumbedrag van € 2.500.
  • Ten vierde, als u voor meer dan € 2.500 investeert in bedrijfsmiddelen die op de milieu lijst staan, komt u in aanmerking voor de MIA/VAMIL.

KIA vervalt boven bepaald investeringsbedrag

Tussen een bedrag van € 59.171 en € 109.574 is het aftrekbedrag in 2021 maximaal. Daarboven loopt het weer af. Voor investeringen boven de € 328.721 vervalt de aftrek helemaal: 

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2021

Investeringsbedrag

Aftrek

€ 0 – € 2.400

0%

€ 2.401 – € 59.170

28%

€ 59.171 – € 109.574

€ 16.568

€ 109.575 – € 328.721

€ 16.568 -/- 7,56% van het investeringsbedrag dat de  € 109.575 te boven gaat

EIA, MIA en Vamil

Naast de KIA biedt de overheid ook een steuntje in de rug voor investeringen in duurzaamheid. Ondernemers die geld steken in groene energie kunnen een beroep op doen op de energie-investeringsaftrek (EIA). De hoogte van deze aftrek is dit jaar 45,5% van de investeringskosten. De eis is wel dat het bedrijfsmiddel voorkomt op de Energielijst 2021.

Een soortgelijk systeem geldt voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de aftrek voor willekeurige afschrijvingen (Vamil). Die werken met de Milieulijst. Voor investeringen op die lijst kunnen ondernemers via de MIA tot 36% aftrekken en met de Vamil 75%. Om in aanmerking te komen voor de MIA moeten zij wel minstens € 2.500 investeren.

De EIA en de MIA kunnen niet voor hetzelfde bedrijfsmiddel tegelijk worden aangevraagd.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited nieuws Onderbouwing TVL-besluiten moet beter, vindt rechter

Onderbouwing TVL-besluiten moet beter, vindt rechter

De overheid heeft bij drie ondernemers mogelijk onterecht een lager bedrag aan coronasteun toegekend. Dat oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), dat de overheid nu enkele weken de tijd geeft om haar besluit beter te onderbouwen. De VVD wil intussen van het kabinet weten of deze situatie voor meer ondernemers speelt.

Deze drie ondernemers hadden een aanvraag gedaan voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Daarmee kunnen ondernemers die last hebben van de coronamaatregelen een deel van hun doorlopende vaste kosten dekken. In het vierde kwartaal van 2020 en in het eerste kwartaal van 2021 staat de TVL open voor alle sectoren. Maar voor die tijd kwamen alleen ondernemingen in aanmerking die de ‘goede’ SBI-code in het Handelsregister hadden. De SBI-codes duiden verschillende sectoren aan.

TVL rekent met forfait aan vaste lasten

In de drie zaken waar het CBb zich over boog ging het om ondernemers met meerdere bedrijfsactiviteiten. Zij vroegen TVL aan en kregen ook subsidie toegekend. Maar dan wel op basis van de bedrijfsactiviteit die op de peildatum 15 maart 2020 als eerste genoemd was in het Handelsregister. Dat kan nogal verschil maken.

Want voor alle sectoren is een forfait aan vaste lasten berekend waar de maximale TVL op gebaseerd wordt. Zo was bij een ondernemer ‘winkels in fotografische artikelen’ als hoofdactiviteit aangemerkt, met een forfait van 15% vaste lasten. Deze ondernemer stelde dat ‘binnenvaart’ zijn hoofdactiviteit moest zijn, met 47% aan vaste lasten. Dat zou zijn TVL dus aardig verhogen.

Volgens het CBb valt er wel wat af te dingen op de werkwijze rondom de TVL. Op zich is het niet vreemd om ervan uit te gaan dat de eerst vermelde sector ook de hoofdactiviteit is van de onderneming. Zo kunnen grote aantallen aanvragers snel geholpen worden.

‘Eerste activiteit is hoofdactiviteit’ staat niet in de regels

Maar als een aanvrager bestrijdt dat de goede hoofdactiviteit is gekozen, dan mag de uitvoerder niet volstaan met de mededeling dat de ondernemer zelf verantwoordelijk is voor een juiste inschrijving van de activiteiten, oordeelde het CBb. De regelgeving rondom het Handelsregister en de TVL bieden namelijk geen aanknopingspunt voor de stelling dat de eerst vermelde activiteit altijd de ‘hoofdactiviteit’ is.

Het CBb geeft de overheid nog tot en met 22 januari 2021 de tijd om beter te onderbouwen wat de hoofdactiviteit van de getroffen ondernemers moet zijn. Tot die tijd houdt het college de beslissing aan.

De VVD heeft inmiddels Kamervragen gesteld over het oordeel van het CBb. De partij wil onder meer van het kabinet weten hoeveel andere ondernemers in dezelfde situatie zitten en of zij dan ook niet met terugwerkende kracht recht zouden hebben op een hogere TVL.
CBb, 22 december 2020, ECLI (verkort): 996997998

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print